Spring naar content
Uitbetalen of opnemen?

Verlofdagen meenemen naar volgende werkgever

Tijdens zomerperiode genieten veel werknemers van hun vakantiedagen. Twee of misschien wel drie weken aaneengesloten waarin werknemers (zonder verlies van loon) leuke dingen kunnen doen om zo tot rust te komen en te herstellen van het werk. Vakantie is belangrijk, bijvoorbeeld voor de mentale en fysieke gezondheid maar ook voor de motivatie en productiviteit van werknemers.

Iedere werknemer in Nederland heeft daarom wettelijk gezien het recht op vier keer zijn of haar contracturen in de vorm van vakantie-uren. Maar wat als een werknemer zijn of haar wettelijke vakantie-uren bij een uitdiensttreding niet op heeft kunnen nemen? Kunnen deze dagen dan mee naar een nieuwe werkgever?

In dit artikel wordt een relatief onbekende regeling toegelicht, over het meenemen van wettelijke vakantiedagen naar een nieuwe werkgever.

De Nederlandse wet voorziet iedere fulltime werknemer van twintig wettelijke vakantiedagen. Doordat deze vakantiedagen wettelijk gezien na zes maanden, na het jaar waarin ze zijn opgebouwd, komen te vervallen, wordt gestimuleerd dat een werknemer ook daadwerkelijk twintig dagen per jaar verlof opneemt. Maar stel nu dat een werknemer uit dienst gaat, met nog recht op wettelijke vakantiedagen. Om te blijven stimuleren (ook bij een switch naar een nieuwe werkgever) dat een werknemer minimaal twintig dagen per jaar opneemt, kunnen deze wettelijke dagen meegenomen worden naar de nieuwe werkgever. Hoe dit werkt leggen we uit.

Vakantiedagen bij uitdiensttreding

Wanneer een werknemer uit dienst gaat (om wat voor reden dan ook) en hij of zij heeft nog wettelijke vakantiedagen over, dan zijn er twee mogelijkheden:

  • De werknemer neemt de niet genoten vakantiedagen op, nog voor zijn of haar uitdiensttreding;

of

  • De werknemer laat de niet genoten vakantiedagen uitbetalen bij de laatste salarisbetaling voor uitdiensttreding.

Wanneer de werknemer ervoor kiest om de vakantiedagen uit te laten betalen, dan heeft hij of zij wettelijk gezien het recht om deze dagen mee te nemen naar een nieuwe werkgever (tenzij deze dagen wettelijk gezien al verlopen zijn wegens de vervaltermijn).

Ter illustratie:

Medewerkster Lisa heeft per 1 juli 2024 een nieuwe baan gevonden. Op 30 juni 2024 zal zij uitdiensttreden. Wettelijke vakantiedagen opgebouwd in 2023 en niet opgenomen voor 1 juli 2024 komen te vervallen. In de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 heeft Lisa 10 vakantiedagen opgebouwd. Hiervan heeft Lisa in diezelfde periode slechts 6 vakantiedagen opgenomen. Lisa kan er dus voor kiezen om nog 4 wettelijke dagen op te nemen voor 30 juni 2024 of zij laat deze 4 dagen uitbetalen. In het laatste geval kan zij deze 4 dagen bij haar nieuwe werkgever alsnog opnemen.

De nieuwe werkgever hoeft deze werknemer enkel in de gelegenheid te stellen om de vakantiedagen op te nemen. Het loon over de vakantiedagen is reeds betaald door de oud-werkgever. De nieuwe werkgever hoeft dus geen loon te betalen over het vakantiedagentegoed meegenomen vanuit de vorige werkgever.

 

Schriftelijke verklaring

Wanneer een werknemer aanspraak wil maken op deze regeling, dan zal hij of zij in het bezit moeten zijn van een schriftelijke verklaring van zijn of haar oud-werkgever. In deze verklaring zal de oud-werkgever kenbaar moeten maken op hoeveel wettelijke verlof dagen de werknemer nog recht zou hebben, tot de uitdiensttredingsdatum. Ofwel, hoeveel wettelijke verlofdagen zijn door de oud-werkgever uitbetaald en dus niet opgenomen door werknemer. Ook moet de oud-werkgever schriftelijk toe lichten in welke periode de vakantiedagen zijn opgebouwd.

De nieuwe werkgever mag niet weigeren dat de werknemer alsnog via deze regeling gebruik wil maken van zijn of haar vakantiedagen. De nieuwe werkgever hoeft bij de opname van deze vakantie dus niet het loon door te betalen.

De vervaltermijn van 6 maanden (na het jaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd) blijft, ook bij de nieuwe werkgever, bestaan. In Lisa haar geval vervallen de 4 meegenomen dagen dus op 1 juli 2025. Na deze datum kan zij geen aanspraak meer doen op de meegenomen vakantiedagen.

Deze regeling geldt in ieder geval voor de wettelijke vakantiedagen. Of een dergelijke regeling ook geldt voor bovenwettelijke dagen, Adv-dagen, feestdagen etc. verschilt per organisatie en de daar geldende regels m.b.t. niet wettelijke vrije dagen.

Ons advies

In beide situaties (oud-werkgever of nieuwe werkgever) kan deze regeling proactief worden ingezet om je te profileren als goed werkgever. Als oud-werkgever zijn de volgende punten belangrijk:

Informeer de vertrekkende werknemer over deze regeling, zodat de werknemer een bewuste keuze kan maken (uitbetalen of opnemen vakantiedagen)

Stel een verklaring op met betrekking tot het meenemen van vakantiedagen naar nieuwe werkgever.

 

Als nieuwe werkgever is het netjes om de nieuwe collega te attenderen op deze regeling. Zeker wanneer de nieuwe collega vlak na indiensttreding al een vakantie heeft gepland. Vaak hebben zij hiervoor nog onvoldoende vakantierechten opgebouwd waardoor er discussies kunnen ontstaan over wie de vakantiedagen moet betalen. Dankzij deze wettelijke regeling voorkom je als nieuwe werkgever een dergelijke discussie en/of het betalen van vakantiedagen waar de werknemer eigenlijk nog geen recht op heeft.

Hulp nodig?

Meer weten over deze relatief onbekende regeling? Of kan je hulp gebruiken bij een schriftelijke verklaring ‘meenemen vakantiedagen’? Onze HR-adviseurs adviseren, ondersteunen en begeleiden graag.